Author: Arjen Mulder
Issued: 2010
Arjen Mulder onderzoekt de oorsprong van de moderne kunst vanaf Leonardo da Vinci en Michelangelo tot Kandinsky, Mondriaan en Paul Klee, die hij niet alleen beschouwt als grote kunstenaars maar meer nog als grote mediatheoretici. Al doende ontdekt hij hoe de modellen die deze illustere voorgangers ontwikkelden nog altijd actief worden gebruikt in de eigentijdse kunsten die bekend staan onder namen als elektronische kunst, videokunst, machinekunst, digitale kunst, mediakunst en zelfs 'the art formerly known as media art'. Stap voor stap ontwikkelt hij in het boek een verrassend perspectief, niet alleen op de genealogie van de kunsten tussen 1910 en 2010, maar ook op de rol en waarde van de beeldcultuur en van design in onze tijd. Op niet eerder vertoonde wijze analyseert Mulder de gevoelens en ervaringen die worden opgeroepen met behulp van schilderkunst, fotografie, digitale media en de interactieve kunsten. In een compacte en heldere stijl ontwikkelt Mulder een visie op kunst, niet als uiting van het wereldbeeld van haar tijd, maar als ontdekker en onderzoeker daarvan.
Arjen Mulder publiceerde eerder de veelgeprezen en op vele HBO's en universiteiten gebruikte uitgave Over mediatheorie: taal beeld, geluid, gedrag (2004), naast essaybundels als Het fotografisch genoegen (2000) en De vrouw voor wie Cesare Pavese zelfmoord pleegde (2005), waarvan de originaliteit door de critici geroemd werd. Hij doceert mediatheorie aan de MaHKU te Utrecht.